Voor de schone schijn: de wetten van Amzad Abdoel – Parbode Sneak Peek
Met algemene 26 stemmen heeft het parlement op zaterdag 21 maart 2020 de Wet Controle Valutaverkeer en Transactiekantoren goedgekeurd. Met de goedkeuring van deze wet is ‘een belangrijke stap gezet in de ordening van onze economie’. De wet zal ook ‘de integriteit van het financieel stelsel in Suriname waarborgen’. Althans, dat belooft NDP-fractievoorzitter Amzad Abdoel, initiatiefnemer van de wet.
Tekst Victor de Roeck
Op dinsdagavond 7 april hield de Kenniskring een virtuele meeting. Het thema van de avond was ‘De mogelijke effecten van de Valutawet’, maar door de uitbraak van COVID-19 was de Wet Controle Valutaverkeer en Transactiekantoren (Valutawet) niet meer de meest recente wet die de regering had aangenomen. Er werd daarom tijdens de meeting ook gesproken over de ‘Wet Uitzonderingstoestand COVID-19’, net als de Valutawet ook een initiatief van NDP-fractievoorzitter Amzad Abdoel. Beide wetten zijn met ongekende snelheid door het parlement gejaagd. COVID-19 raast anno april 2020 over de wereld, met name Europa en de Verenigde Staten, maar Suriname blijft – als enig land in de regio – stabiel. Midden april staat de teller op één overleden en zes genezen COVID-19-patiënten (van de tien besmettingen in totaal). Toch ziet de regering reden om een Wet Uitzonderingstoestand uit de mouw te schudden. De snelle aanname van de wet gaat hoe langer hoe meer lijken op een excuus om meer geld te lenen, in plaats van de veiligheid van de burgers te garanderen.
Wet Uitzonderingstoestand
Zo mag de overheid nog eens SRD 400 miljoen lenen ten behoeve van een noodfonds. Dit noodfonds moet voorkomen dat de crisis onze zwakke economie verder de grond inboort. Met de Wet Uitzonderingstoestand in handen kan de regering de opdracht geven aan de governor van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) om – opnieuw – monetair te financieren. Tijdens de uitzonderingstoestand, die drie maanden duurt, mag de overheid ook meer doen dan bij wet is vastgesteld. De Wet op de Staatsschuld en de Bankwet zijn namelijk ondergeschikt gesteld aan de Wet Uitzonderingstoestand. En dat is minder onschuldig dan Abdoel het doet overkomen, want deze eerste twee wetten zijn er gekomen ter bescherming van de burgers. De Wet op de Staatsschuld beperkte de minister van Financiën om ongelimiteerd te lenen. Overschrijding van het schuldplafond was een strafbaar feit, wie zich daaraan schuldig maakte kon op een gevangenisstraf rekenen. Maar nadat er aangifte was gedaan tegen Gillmore Hoefdraad wegens het overschrijden van dit schuldplafond, kwam Abdoel vijf dagen later met een initiatiefwet om de strafbepaling uit de wet te schrappen. Eind vorig jaar werd de wet goedgekeurd door zijn partijgenoten. Abdoel heeft zich met zijn drie, kort opeenvolgende, wetsvoorstellen op de politieke kaart gezet. Maar in de samenleving zijn er nog maar weinig mensen die een goed woordje overhebben voor de fractieleider. De inhoud van ‘zijn’ laatste twee wetsvoorstellen vallen, net zoals de wijziging in de Wet op de Staatsschuld, niet in het voordeel van Suriname. Alle grote woorden van Abdoel ten spijt.
De Valutawet
De ‘Valutawet’ werd begin dit jaar na een marathonvergadering door het parlement gejaagd. Met een absolute meerderheid keek de NDP niet om naar de afkeurende stemmen van de oppositie en de samenleving. Abdoel feliciteerde het volk met de aanname van de wet: ‘Het is een zeer belangrijke stap richting verduurzaming van het valutaverkeer en de ordening van de in- en uitstroom van deviezen’.
Lees het hele artikel in het juninummer van Parbode