Voorwoord: Bouta-visioen zelfverklaard wonderbishop
Sinds jaar en dag verkondigt zelfverklaard bishop Steve Meye dat God een plan heeft met ex-dictator Desiré Delano Bouterse. De eerwaarde gelooft er heilig in dat de hoofdverdachte in het 8-decemberstrafproces een kans van de Almachtige heeft gekregen om Suriname wederom te leiden. ‘God heeft Bouterse aangesteld als president van dit land. Vandaar dat niemand hem zal kunnen breken’, beweerde Meye zes jaar geleden tegenover de Nederlandse Evangelische Omroep.
Inmiddels is Bouterse al acht jaar president en Meye al zeven jaar diens geestelijk staatsadviseur. Maar de hamvraag blijft welke progressie er is geboekt in belangwekkende moreel-ethische en religieuze vraagstukken. Het moreel verval is immers schrijnender dan ooit, bovendien lijken onverbeterlijke kleptomanen, kwakzalvers en chaoten weer tot de vaste entourage van drugsveroordeelde DDB te behoren. Eventueel moreel-ethisch advies heeft op de koop toe niet kunnen voorkomen dat presidentszoon Dino in 2013 in een Amerikaanse cel belandde en pleegzoon Meriba, die eind 2011 presidentiële gratie verkreeg, in 2015 weer het verkeerde pad op ging. En dan te bedenken dat de wonderbishop profeteerde dat Suriname onder Bouta een paradijs zou worden. Als de vervulling van dat visioen grootschalige corruptie en economische puinhoop inhoudt, dan zijn Gods wegen wel erg ondoorgrondelijk.
Wel te doorgronden is dat met het uit de tokotoko gestampt geestelijk adviseurschap een gevaarlijk precedent, een leleku, is geschapen. Het bewijst dat zeker in Suriname, een van de meest religieus diverse landen ter wereld, Kerk en Staat strikt gescheiden zouden moeten zijn. Met een religieus staatsadviseur die meent een monopolie op de waarheid te hebben en die tupatdrai hatelijkheden rondbazuint over verschillende geloofsovertuigingen, slaat de vlam zo in de pan. Daarvan zijn er genoeg voorbeelden in de wereld.