Voorwoord: Goed vissen in troebel coronawater
Het ziet ernaar uit dat schrikkeljaar 2020 zo langzamerhand op een waar rampjaar begint uit te lopen. Al maanden houdt het COVID-19-virus de wereld in een verstikkende greep. Bovendien is mede vanwege de ernstige internationale bedreiging voor de volksgezondheid, een wereldwijde recessie onvermijdelijk. De hele wereld staat op zijn kop, ook in Suriname is het niet anders.
Nu zou men kunnen beredeneren dat in de afgelopen decennia de doorsnee kondreman toch wel bestand is gebleken tegen uiteenlopende noodsituaties, dus een coronacrisis zouden we ook wel te boven moeten komen. Niets is minder waar. Want wat we in aanloop naar die crisis al voor de kiezen kregen, slaat zo’n beetje alles. Eerst werden miljoenen aan spaargelden van burgers ‘getralalaliseerd’, vervolgens schoten de koersen en de winkelprijzen met tientallen procenten omhoog en werd de complete ‘rampanage’ van de economie een feit.
Op de koop toe ging Suriname in navolging van andere landen in een corona lockdown. Het luchtruim en de grenzen gingen op slot, evenzo werden scholen, uitgaansgelegenheden en het openbaar vervoer platgelegd. Allemaal vergaande maar begrijpelijke maatregelen in het kader van ‘gezondheid boven geld’, alleen bleek aldra dat in troebel coronawater het goed vissen is. Terwijl ieders aandacht gericht was op de coronapaniek, werd door de coalitie als een dief in de nacht een valutawet door DNA heen gejaagd. Voor de goede orde werden daarbij even de werkelijke oorzaken van de valutacrisis vergeten: rommelleningen, verbraste monetaire reserves, verdampte miljarden, verdwenen kasreserves, grootschalige fufuru.
En dan te bedenken dat we in deze crisis pas de trailer hebben gehad en de horror movie nog moet komen. Mochten de verkiezingen alsnog deze maand worden gehouden, dan blijft voor de nieuwe regering niets anders over dan scherven rapen.