Voorwoord: Sheriff, saka yu skafu
De economische vooruitzichten van ons land zijn in het afgelopen jaar wederom fors naar beneden bijgesteld. Vanwege de achtergelaten financiële puinhoop van het Bouterse-regiem en de gevolgen van de coronacrisis en de Oekraïne-oorlog, waren de kortetermijnperspectieven sowieso al erbarmelijk. En toch zagen we aanvankelijk licht aan het einde van de tunnel. Immers werd ingeschat dat als we tot 2025 zouden doorbijten, we meer ‘relaxation’ zouden ervaren in onze economie, daar tegen die tijd het grote geld uit de recente olievondsten zou binnenstromen.
Het mocht echter niet zo zijn, het geduld van het zwaar getergde Surinaamse volk zal nog jaren op de proef worden gesteld. Eind 2022 werd namelijk aangekondigd dat het recent ontdekte oliereservoir in onze diepzee niet van dezelfde orde is als de Guyanese en er sowieso geen offshore olieproductie in Suriname zal zijn vóór 2027. Aangezien ook in andere deviezenverdienende sectoren geen buitengewone groei aannemelijk is, zal er voor een lange periode nog meer tranga ten op komst zijn. Erg merkwaardig is dan ook dat terwijl Suriname zo goed als failliet is en er totaal geen zicht is op wanneer we aan diepzeeolie zullen verdienen, onze president de huid van de beer verkoopt voordat deze is geschoten. Zo kondigt hij lukraak diverse miljoenprojecten aan, zoals de bouw van een diepzeehaven, internationale luchthaven en brug over de Corantijnrivier. Daarbovenop reist de vader des vaderlands er maar op los, dit terwijl Suriname in een diepe economische crisis verkeert.
Aan onze ‘pres’, die alle realiteitszin schijnt te hebben verloren, dan ook het goed bedoelde advies dat hij best een toontje lager mag gaan zingen. ‘Sheriff’ saka yu skafu, a e skafu tumsi bigi kroru.