Voorwoord: W’o set’ en?
W’o set’ en!
Dat was tijdens de laatste volksraadpleging dé mantra die tot vervelens toe vanuit ‘De Olifant’ werd getrompetterd. Mede dankzij deze plechtige belofte boekte de ‘oranje’ partij een eclatant verkiezingssucces. Na één jaar regering Santokhi-Brunswijk lijken echter zelfs de meest trouwe fans van deze coalitie het over een ding eens: de weg naar herstel is verder dan ooit.
Met name op economisch vlak wordt er bitter weinig creativiteit aan de dag gelegd; het gemak waarmee de waarde van onze nationale munt tupatdrai naar beneden wordt bijgesteld, spreekt boekdelen. Het is de vraag of de kiezers hun zegen aan een huwelijk tussen ‘oranje’ en ‘geelzwart’ zouden geven als ze op voorhand wisten dat, een katoenen jubileum later, een koers van SRD 21 per US-dollar tot het nieuwe normaal zou behoren. Met pijn in het hart moet worden vastgesteld dat het afgelopen regeringsjaar meer weg had van dweilen met de kraan open. En dan te bedenken dat het ergste hoogstwaarschijnlijk nog moet komen.
Toegegeven, het was erg naïef om te denken dat, na twee achtereenvolgende regeertermijnen ‘paars’, het varkentje wel eventjes gewassen zou worden. Tien jaar lang kregen veroordeelde kleptomanen, (drugs)criminelen en moordenaars carte blanche. Logischerwijs kan hun achtergelaten augiasstal niet eventjes met een eenvoudige w’o seti en gereinigd worden. Maar ook naïef is de veronderstelling dat Suriname wel op rails gebracht zal worden met die andere veroordeelde drugscrimineel/politicus in het machtscentrum: ‘Bigi Bravo’. Dat Bravo met zijn trackrecord van plundering en vernieling zo’n beetje het hele land tot zijn familie-nyan patu wil maken, had Santokhi kunnen voorzien. Echter, zolang hij Bravo vrij spel geeft, zal ‘Sherif’ maar op de blaren moeten zitten. Ba suku, ba feni, ba tyari, sobun.