Voyage à Surinam
Zomaar uit nieuwsgierigheid op reis gaan, niet voor werk en op eigen kosten. Benieuwd naar nieuwe indrukken en die optekenen in een verslag. Het klinkt als een moderne vakantie, maar de Belgische kunstenaar Pierre-Jacques Benoit reisde zo al rond 1830 door Suriname. Hij legde zijn reis vast in een fraai boek. Michaël Ietswaard hertaalde het naar modern Nederlands. Het resultaat is een boeiende reis door de tijd.
Ietswaard herschreef eerder het bekende verslag van de Schotse avonturier John Gabriel Stedman en dat van de Duitser August Kappler. Ietswaard deed er verstandig aan te beginnen met Stedman: dat boek is verplichte kost voor iedereen met interesse in de geschiedenis van Suriname. Kappler schreef spannend en beeldend over zijn eigen avonturen. Benoit is ontegenzeggelijk wat soberder. Hij beschrijft vooral wat hij om zich heen ziet, accuraat en met interesse, slechts af en toe afgewisseld met een anekdote. Dit maakt Voyage à Surinam een fractie minder leesbaar dan de twee voorafgaande boeken. Met veel gevoel voor detail schetst Benoit leven en gewoonten in de stad Paramaribo, op de plantages, van planters, Joden, slaven en inheemsen. Benoit kijkt met het oog van een kunstenaar. De honderd gekleurde tekeningen die hij maakte ter illustratie van het boek zijn allemaal in deze uitgave overgenomen. Afbeeldingen van huizen, molens, planters, hutjes, feestvierders, ze zijn in één woord prachtig en brengen nog meer dan de tekst het verleden tot leven. Geen van de tekeningen zou ik niet ingelijst aan de muur willen hebben.
Voyage à Surinam verscheen in 1839 in het Frans. Toen er in 1843 een Nederlandse vertaling kwam, publiceerde een Nederlandse ambtenaar die ook in Suriname had gewoond, Marten Douwes Teenstra, een commentaar dat ons nu enigszins betweterig overkomt. Het aantal plantages dat Benoit vermeldt, klopte bijvoorbeeld niet precies en Benoit vergiste zich in het jaartal van een verwoestende brand. Ietswaard deed er goed aan deze vermakelijke kritiek in zijn boek op te nemen. Hij vertaalde daarnaast een hoofdstuk dat in de oude vertaling ontbrak en ook het voorwoord van de Belgische uitgever uit 1839. Deze uitgever, André van Hasselt, bereidt de lezer passend voor op wat komen gaat: ‘De reis die u gaat maken, zal voor u even interessant als gemakkelijk zijn. U maakt haar namelijk vanuit een boek en dat boek heeft u nu in handen’. Die lezer reisde met het boek ruim 7.000 kilometer, de moderne lezer reist dankzij Benoit en dankzij Ietswaard ook nog eens ruim 180 jaar. Ietswaard maakt oude boeken leesbaar voor het publiek van nu, zonder dat zij hun karakter verliezen. Zo maakt hij verhalen die het verdienen gelezen te worden toegankelijk. Zijn eigen woorden in de inleiding zijn stilistisch wat stroever dan zijn hertalingen, waarin hij precies de juiste toon weet te treffen. Het valt daarom te hopen dat het niet bij deze drie hertalingen blijft. Vandaar naast de vier sterren voor dit vooral door de tekeningen bijzondere boek, een vijfde ter aanmoediging om vooral door te gaan.
Voyage à Surinam – Beschrijving van de Nederlandse bezittingen in Guyana door P.J. Benoit, hertaald door Michaël Ietswaart, Walburgpers, 2016, ISBN 9789057305535