Waar vliegt de regering ons heen?
Wie tien jaar geleden na negen uur vliegen vanuit Amsterdam landde op Zanderij, was nog lang niet van de ellende verlost. Eerst moest je in een groot hok dat de naam ‘aankomsthal’ volstrekt onwaardig was langs de paspoortcontrole, om daarna in een andere hal tussen een grote berg bagage te moeten zoeken naar je koffers. Bagagebanden waren er niet, laat staan andere voorzieningen.
Die tijden zijn helemaal voorbij. Wie nu voet op Surinaamse bodem zet, komt in een glimmende aankomsthal terecht. Ter plekke kan indien nodig nog een toeristenkaart worden gekocht, er is een grote bagageband, de airco’s zoemen, er zijn tientallen taxfree shops en sinds kort zelfs een bankgebouw. En het zijn niet alleen cosmetische vernieuwingen. Bijna dertig miljoen euro werd geïnvesteerd in de asfaltering van de oude landingsbaan, een nieuw parkeerterrein met automatisch betalingssysteem en verbeteringen aan het platform waar de vliegtuigen worden geladen en gelost.
De ambities van de regering – en vooral van president Desi Bouterse zelf – reiken echter nog veel verder. Letterlijk. Op het kabinet van de president wordt hardop gedroomd van het ombouwen van het kalme Zanderij tot een levendige regionale hub. Terwijl het nu zelfs niet mogelijk is om rechtstreeks naar Miami te vliegen, hoopt het staatshoofd binnen enkele jaren van Suriname helemaal naar het Midden-Oosten en het verre Azië te kunnen vliegen. Passagiers uit die regio’s zouden dan weer hier naartoe kunnen komen om vanuit Paramaribo door te vliegen naar Zuid-Amerika en de Caraïben.
Het hele artikel, waarin Gerard Brunings, adviseur op het kabinet van president Bouterse, en SLM-directeur Ewald Henshuijs meer informatie en achtergronden geven over die plannen, staat in het julinummer van Parbode.