Wandelen tussen schedels en beenderen
Ooit was De Oranjetuin de plaats waar menigeen na zijn of haar dood te ruste wilde worden gelegd. Hartje stad, en toch omgeven door prachtig groen. Maar de charme die het vroeger had, is al lang verdwenen.
Wie er nu wandelt, zit binnen de kortste keren onder de prikkende torimans, trapt in uitwerpselen waarvan onduidelijk is of ze afkomstig zijn van mens of dier, en moet levensgevaarlijke sprongen maken om van het ene graf naar het volgende te komen. We ontmoeten een verslaafde zwerver die een grote rijstzak gevuld met onduidelijke voorwerpen op zijn rug torst. Hij groet beleefd, en maakt zich dan haastig uit de voeten. In een hoek van de begraafplaats heeft hij een provisorisch onderkomen gebouwd, zo te zien opgetrokken met behulp van planken, lappen en plastic zakken. De politie is diverse keren gebeld, maar die heeft er, aldus de beheerder, ‘al genoeg van’. Wij hebben er ook genoeg van, schoon genoeg zelfs.
De Oranjetuin is niet bepaald een wandelpark. Maar het zou wel een wandelpark kunnen worden, een wandelpark dat we aanleggen langs historische graven, door de mooie graven te bewaren en te restaureren. Sterker nog: een dergelijk plan ligt al klaar.
Lees het artikel over De Oranjetuin in de juni-editie van Parbode. Nu overal verkrijgbaar.