Wat gebeurt er met ons geld?
BiZa zorgt voor gapend zwart begrotingsgat
Tijdens het presidentschap van Desi Bouterse zijn de begrote overheidsuitgaven verdubbeld. Tussen 2010 en 2014 is het budget van het ministerie van Binnenlandse Zaken zelfs meer dan verviervoudigd. Dat blijkt uit een analyse van de begrotingen door Parbode. Het illustreert hoe de ‘executieve’ president steeds meer macht naar zich toe trekt, en wellicht ook zijn belangen voor de verkiezingen veiligstelt.
Het is 15 november 2012. De Nationale Assemblee staat op haar achterste poten. Zojuist heeft het Kabinet van de President een aanvullende begroting ingediend voor dat dienstjaar, van maar liefst 81,5 miljoen srd. Anderhalve maand voor het einde van het jaar heeft het Kabinet een schuld uitstaan van 23 miljoen srd, terwijl het volgens de oorspronkelijke begroting 37 miljoen srd tot zijn beschikking had. Eugène van der San, hoofd van het Kabinet van de President, verdedigt zich tegenover de pers: ‘De extra taken van het kabinet waren van zulk eminent belang, dat we niet konden zeggen: we voeren ze niet uit.’ Op een ‘vodje’, zonder aanhef of toelichting, worden de extra financiën gevraagd. Onder andere voor een laptop van negenduizend srd, SLM-catering van 183.967 srd en het bepantseren van het presidentieel paleis voor tien miljoen. Ook staat er een rekening uit van Bea’s kippencentrum van ruim driehonderdduizend srd. ‘We willen niet weten wie kip levert of verkoopt,’ klaagt een gefrustreerde Ruth Wijdenbosch tegenover de Ware Tijd, ‘we willen weten waarom er zoveel kip wordt gekocht’. Vice-president Ameerali belooft in een later stadium uitgebreid uitleg te geven aan het parlement. Maar zodra de wet is goedgekeurd, met 28 stemmen tegen twaalf, kraait er geen haan meer naar. De beloofde uitleg zal niet meer komen.
Consumeren
Het is een confrontatie met de volksvertegenwoordiging die het kabinet niet nog een keer wil aangaan. Althans, dat is af te leiden uit de begroting over 2013. Beschikte het ministerie van Binnenlandse Zaken, waaronder het Kabinet van de President valt, in 2012 nog over een totaalbudget van 337 miljoen, een jaar later mocht het ministerie in één klap 803 miljoen SRD uitgeven; meer dan tweemaal zoveel. Zonder dat er duidelijke redenen waren om aan te nemen dat de inkomsten van de overheid navenant zouden toenemen. En ondanks het precedent, stelde niemand in DNA daarover vragen. Ook het patroon over de lange termijn is zorgwekkend. Tussen 2010 en 2014 is het totaalbudget van de regering verdubbeld; dat van het ministerie van Binnenlandse Zaken is in die periode bijna vierenhalf keer zo groot geworden (zie figuur 1). Opmerkelijk en zorgwekkend, want het ministerie van Binnenlandse Zaken is geen investerend ministerie, zoals van Openbare Werken of Financiën (de twee duurste ministeries) gezegd kan worden. Het is consumptief: het kent geen inkomsten of direct economisch rendement. Het is het ministerie van het politieke apparaat; hieronder vallen van oudsher de kabinetten van de president en vice-president, de Raad van Ministers, De Nationale Assemblee, het Centraal Bureau voor Burgerzaken, maar ook de veiligheidsen voorlichtingsdiensten. Hoe kan het dat een ministerie in één jaar tijd bijna een half miljard srd meer te besteden krijgt? Het enorme bedrag is grofweg terug te leiden naar drie grote nieuwe begrotingsposten: ‘Nationale veiligheid’, ‘Institutionele versterking van het Kabinet van de President’ en ‘Welvaartsbevordering’. Het loont de moeite om die tegen het licht te houden.
Nationale veiligheid
Kabinetchef Van der San overschreed zijn budget in 2012 met ten minste 23 miljoen, naar eigen zeggen als gevolg van enkele nieuwe taken van het kabinet, zoals het bureau Nationale Veiligheid. Op de begroting van 2013 verschijnt dat dan ook voor het eerst als aparte post, voor het niet bescheiden bedrag van 116 miljoen. Al aan het begin van het jaar speelde het bureau zichzelf flamboyant in de kijker door van dat bedrag 75 wagens van in totaal acht miljoen SRD aan te schaffen. Een “noodzakelijkheid”, aldus chef Melvin Linscheer, “omdat de nieuwe regering die aantrad slechts één voertuig in goede staat aantrof.” Een drogreden, want het bureau werd pas in 2011 ingesteld en kon voorheen dus niet over wagens beschikken. Maar dat terzijde; of dat bedrag van 116 miljoen terecht is, is in dit artikel niet aan de orde. Wat wel relevant is, is dat het budget van het kabinet niet met een herleidbaar bedrag is gekort. Door het bureau apart op de begroting op te voeren, en dus in feite uit de begroting van de president te lichten, vond er immers een substantiële lastenverlichting plaats voor het Kabinet. Maar wie verwacht dat de president op zijn budget heeft ingeleverd, komt bedrogen uit. De vaste lasten van het Kabinet stegen zelfs, enkel door toegenomen personeelskosten, met tien miljoen srd. Nationale Veiligheid kreeg dus niet alleen een eigen, groter budget, het geld dat in 2012 aan het bureau werd besteed, kwam in 2013 zonder verdere specificaties ter beschikking aan de president.
Institutionele versterking
Met het vrijspelen van de 116 miljoen was een mogelijke herhaling van november 2012 waarschijnlijk wel afgedekt; Van der San zal geen nachtmerries meer hebben gehad over de bemoeizuchtige Assemblee. Toch verscheen er op de begroting van 2013 een nieuwe post van precies tachtig miljoen srd, onder de noemer ‘Institutional Strengthening van het Kabinet van de President’. Het zou kunnen dat op deze manier het tekort uit 2012 met terugwerkende kracht op de begroting werd opgevoerd. Maar als dat zo was, wordt dat in ieder geval niet zo benoemd. De toelichting bij de post is op zijn best karig: ‘Een aantal projekten zijn [sic] geïdentificeerd, waarbij o.a. gebruik gemaakt zal worden van externe consultants die de processen zullen begeleiden die men voor ogen heeft. Deze projekten zullen leiden tot verhoging van de effectiviteit, efficiency en de totale performance van het overheidsgebeuren’. Dergelijke beschrijvingen hebben veel weg van een vrijbrief om het bedrag naar eigen inzicht te besteden. Om advies in te winnen bij bisshop Steve Meye bijvoorbeeld, die sinds 2011 voor een aanzienlijk bedrag op de rol staat. Dankzij de posten Nationale Veiligheid en Institutionele Versterking heeft het ministerie een aanzienlijk fonds gecreëerd om het de president in zijn kabinet geriefelijk te maken en zich te omringen met adviseurs. Met stip op nummer één op de lijst van geldverslindende projecten staat echter de nieuwe begrotingspost ‘Welzijnsbevordering’. Die werd in 2013 opgebracht voor 250 miljoen SRD en is daarmee de grootste op de ministeriële begroting, die in dat jaar totaal 330 miljoen omvatte. Het leeuwendeel van de nieuwe post, 150 miljoen, komt op rekening van het Nationaal ZorgSysteem. Verder worden er onder deze noemer tegemoetkomingen gereserveerd voor de allerarmsten met betrekking tot stroom, water, openbaar vervoer en babyvoeding. Op het eerste gezicht zijn dat investeringen waar een gemiddelde burger zijn duim voor omhoog zou steken. Maar ook hier is iets opmerkelijks aan de hand. Zonder uitzondering gaat het hier om geplande uitgaven die strikt genomen bij andere ministeries thuishoren en bovendien al eerder zwaar gesubsidieerd werden. De energielasten van huishoudens worden immers al sinds jaar en dag kunstmatig laag gehouden via de begroting van Natuurlijke Hulpbronnen. Ook de kosten van een busrit zijn onrealistisch laag, dankzij subsidies van het ministerie van Transport, Communicatie en Toerisme. Van alle lasten die onder ‘Welvaartsbevordering’ worden opgebracht, is alleen de subsidie op babyvoeding aantoonbaar in mindering gebracht op de begroting van een ander ministerie, in dit geval Volksgezondheid; daar stond het melkpoeder voorheen genoteerd voor vier miljoen, terwijl het ministerie van Binnenlandse Zaken voor 2014 op zes miljoen rekent. De begrotingen van NH en TCT blijven onverminderd hoog.
Kostenbesparend beleid
De post ‘Welvaartsbevordering’ moet leiden tot een samenhangend subsidieprogramma. Dat zou een opmaat kunnen zijn tot een efficiënter en kostenbesparend beleid. Maar tot het zover is, lijken de subsidies dubbel begroot. Bovendien komt dat nieuwe programma direct onder de vleugels van de executieve president, die daarmee belangrijke verantwoordelijkheden wegkaapt van ministeries en steeds meer macht naar zich toetrekt.
Vergelijking
Hoe zwaar het Nationaal Zorg Systeem op de begroting drukt, blijkt nog eens extra wanneer het bedrag wordt afgezet tegenover de volledige begroting van het ministerie van Volksgezondheid. Dat had in 2012 in totaal slechts een kleine tweehonderd miljoen tot zijn beschikking. Ondanks het schrappen van een paar potjes melkpoeder, blijft de begroting van Volksgezondheid in 2014 stijgen. Over de langere termijn bekeken is een duidelijke trend te signaleren. Was het ministerie van Binnenlandse Zaken in 2010 nog verantwoordelijk voor vijf procent van de totale regeringsuitgaven, in 2014 is dat twaalf procent (zie figuur 2). Dat betekent dat het relatieve belang van het ministerie enorm is toegenomen. De grootste posten op de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken hebben betrekking op veiligheid en welzijn: verantwoordelijkheden die volgens het Besluit Taakverdeling Departementen uit 2010 bij Justitie en Politie, Defensie, Sociale Zaken en Volkshuisvesting en bij Volksgezondheid thuishoren. Het ministerie eigent zich dus onwettelijk nieuwe verantwoordelijkheden toe. Geen van de andere ministeries heeft bovendien een gedeelte van zijn budget afgestaan ten behoeve van BiZa. Integendeel, de budgetten van de genoemde ministeries zijn zonder uitzondering gegroeid, vooral onder invloed van groeiende personeelskosten. De totale kostenstijging op Binnenlandse Zaken, een half miljard srd, wordt dus onverminderd doorgerekend op de staatsbegroting. Secundaire arbeidsvoorwaarden De bedragen van onder Nationale Veiligheid, Institutionele Versterking en Welvaartsbevordering zijn zo overdonderend, dat het daardoor nauwelijks opvalt dat ook kleinere posten uit hun voegen barsten. Zo nemen de onkosten van de departementsleiding van BiZa zorgwekkende proporties aan. Haar begroting verdubbelde tussen 2011 en 2012 al van vijf naar elf miljoen srd. In 2013 zijn de onkosten bijna negentien, en voor 2014 staat 22 miljoen srd begroot (zie figuur 3). Ook deze zijn in vier jaar dus verviervoudigd, terwijl de reguliere personeelskosten in die periode, mede onder invloed van het veel bekritiseerde Fiso, ‘slechts’ verdubbeld zijn. De verveelvoudiging is terug te leiden op ‘materiële kosten’: onderhoud, exploitatiekosten en huur van gebouwen en dienstvoertuigen, kantoor- en automatiseringskosten. Royale secundaire arbeidsvoorwaarden voor de hoogwaardigheidsbekleders dus. Van dit budget zijn waarschijnlijk de zeven gepantserde auto’s betaald die in oktober 2013 werden aangeschaft, waaronder de veelbesproken Cadillac Escalade ESV-limousine Conversion. Totale prijskaartje van het nieuwe wagenpark: zes miljoen srd.
Sloten
Begrotingen zijn natuurlijk nog geen uitgaven. Echter, zolang de begrotingsjaren 2012 en 2013 nog niet zijn afgesloten en de zogenoemde jaarsloten nog niet goedgekeurd zijn door DNA, vormen ze de beste indicator van de overheidsbestedingen voorhanden. En hoewel parlementsvoorzitter Jennifer Geerlings-Simons heeft aangegeven de achterstallige sloten te willen afhandelen voor de nieuwe begroting wordt aangenomen, is het alweer acht jaar geleden dat de laatste jaarafrekening, die van 2000, is goedgekeurd. Dat betekent dat de overheid over haar uitgaven van de afgelopen twaalf jaar nagenoeg geen verantwoording heeft afgelegd tegenover de volksvertegenwoordiging. Gelukkig, zou je bijna kunnen zeggen, blijkt dat de uitgaven meestal ver achterblijven op de begroting. In de eerste helft van 2013 besteedde BiZa slechts twaalf miljoen srd (van de voor dat jaar begrootte 380 miljoen) aan de geplande projecten; zes daarvan is uitgegeven voor het opstarten van het Nationaal ZorgSysteem, aan de institutionele versterking van het Kabinet was helemaal nog niet begonnen. Als we het jaarplan 2014 tenminste mogen geloven. Datzelfde plan geeft aan dat realisatie over 2012 tachtig procent was, inclusief de vaste lasten van het ministerie (zie figuur 1). Het is niet aannemelijk dat in de tweede helft van 2013 alsnog een vergelijkbaar percentage wordt gehaald.
Erg?
Zolang de uitgaven maar binnen de perken blijven, is het dan zo erg dat de begrotingen groeien? Ja. In januari van dit jaar liet Carl Breeveld van de partij DOE in de Ware Tijd weten versteld te staan van het bedrag van 55 miljoen dat in 2014 wordt uitgetrokken voor de institutionele versterking van de president. Dat het bedrag een jaar eerder 25 miljoen hoger was, is hem blijkbaar ontgaan. Daarnaast vermoedt ook hij dat er overlappingen en doublures zijn. ‘Er wordt aardig langs elkaar heen gewerkt’, concludeerde hij. Inderdaad wijst de geëxplodeerde begroting in de eerste plaats op inefficiëntie. Maar het geeft in de tweede plaats ook ruimte aan vriendjespolitiek. Ook als we ervan uitgaan dat de rommelige begrotingen een gevolg zijn van gebrek aan communicatie, dan is het niet in het voordeel van de ministeries om daar iets tegen te doen. De hierboven genoemde kostenposten hebben namelijk een belangrijke overeenkomst: ze kunnen gebruikt worden om in verkiezingstijd stemmen te winnen. Er kunnen subsidies worden gegeven aan arme gezinnen, zonder dat wordt gespecificeerd wie ervoor in aanmerking komt. Er kunnen ‘externe consultants’ ingehuurd worden, wellicht om hen te belonen voor bewezen diensten in de komende verkiezingsstrijd. Ongeacht óf het geld wordt uitgegeven, de ministeries hebben de mogelijkheid om het uit te geven. Als de begroting eenmaal door DNA en de Rekenkamer is goedgekeurd, kunnen loyalisten worden geaccommodeerd en stemmen worden gewonnen. Volgens de huidige gang van zaken duurt het nog lang, heel lang, voordat er verantwoording over de daadwerkelijke bestedingen hoeft worden afgelegd. Ten derde geeft een veel te ruime begroting een slecht signaal af op de internationale kapitaalmarkt en kan het gevolgen hebben voor de waardering door internationale kredietbeoordelaars. Volgens het Jaarplan 2014 is de bruto staatschuld in de eerste helft van 2013 toegenomen met achttien procent, dus met bijna 250 miljoen USdollar (zie figuur 4). Niet voor niets besloot Moody’s in februari 2014 de economische rating naar beneden bij te stellen van positief naar stabiel; in de eerste plaats omdat de staatsschuld blijft oplopen terwijl de economie groeit. Daarbij wees Moody’s expliciet op het groeiende begrotingstekort. Als in begrotingen geen blijk wordt gegeven van bezuinigingen, zal het voor Suriname steeds moeilijker worden te lenen op de kapitaalmarkt. En hoewel in het Jaarplan 2014 staat dat de overheidsuitgaven in 2013 al met twee miljard zullen zijn teruggedrongen, geeft het ministerie van Binnenlandse Zaken daar in de begrotingen nog geen blijk van. Ook voor 2014 groeit de begroting door, hoewel niet zo explosief als in 2013. Geconcludeerd moet worden dat er steeds meer geld naar het centrum van de politiek stroomt. En dat centrum is de president en zijn entourage. De verantwoordelijkheden die BiZa naar zich toetrekt, zijn geldverslindend en onwettig. Grote posten als Nationale Veiligheid en Welvaartsbevordering springen in het oog, maar onder de oppervlakte worden daarmee ook mogelijkheden geschapen voor zelfverrijking en het winnen van stemmen. En dat gaat zeker ten koste van de ontwikkeling van het land op de lange termijn.