Wat is het geschil?
Schrijver en columnist RAPPA legt iedere maand de Surinaamse samenleving op de pijnbank
Er was eens een middelbare school, die had een directeur. Die was streng no m… Als je ouders hun wagen verkeerd parkeerden als ze je naar school brachten, werd je geschorst. Als je een kiek nam op een arrogante juf op facelook, werd je geschorst, samen met iedereen die had meegekeken. Als je een lamp van het gymterrein kapot trapte, werd je geschorst. Maar de school had een hoog slagingspercentage: dat was het verschil. Echter werd er gefluisterd dat bepaalde leerlingen donaties doneerden om over te gaan of te slagen; daarom werd de school InNederland genoemd.
Toen werd die directeur vervangen, zo wilden de ouders. Er kwam na een lange sollicitatieperiode een nieuwe ‘drieko’. Die maakte meteen een blijvende indruk, vanwege z’n artistieke vlechtwerk. Zoals de vorige drieko ‘de Sheriff’ werd genoemd, kreeg de nieuwe de naam van ‘Rasta’. Hij voerde op last van het stichtingsbestuur van de school onder leiding van Wonny Paisah, een aantal bezuinigingsmaatregelen door. Zo mochten de leerkrachten niet meer dan tien overuren per week maken, terwijl de meesten meer dan vijftig maakten. Dat bracht namelijk hun armzielig salaris een beetje op reëel niveau. Maar nu kwamen ze onder de armoedegrens. Het aantal ziekmeldingen en verzuimdagen nam meteen enorm toe. In die vrijkomende tijd gaven de leerkrachten dan bijlessen.
Verder vond Rasta dat de aanwezigheidstoelage per vergadering moest vervallen. Meteen waren er nauwelijks aanwezigen bij de daaropvolgende rapportvergadering; de afwezigen deponeerden hun cijferlijsten bij de administratie en gingen bijles geven. Toen voerde Rasta op last van het schoolbestuur door, dat de leerkrachten geen toelage meer kregen voor het surveilleren tijdens repetities. Bij de volgende repweek waren er niet genoeg surveillanten en moesten de dames van de administratie, die mooie computerjuf en zelfs consje invallen. En de wel aanwezige leerkrachten zaten de krant te lezen of gingen tijdens de rep tori praten op de gang en keken nauwelijks naar de repmakende leerlingen. Het hoeft geen betoog dat er die repweek razend werd gespiekt. Toch ‘ding onvie bin lai’, want de ene dommie schreef klakkeloos alle dommie-dingen van de andere over. Verder voerde Rasta door dat de onderdirecteuren, klassenleerkrachten en decanen geen prestatietoelage meer kregen voor hun inzet om laatkomers en eruit gestuurden aan te pakken, bijna zwangeren tijdig veilig te leren vrijen, sopiezuipers, druggebruikers en pillenslikkers te temperen en vechtersbazen tot orde te roepen. Toen die ondeugende jongens ‘tapoe na djari f’a skoro’ merkten dat ze werkelijk zowat de vrije hand hadden, werden ze steeds drastischer. Na een aantal maanden was het aangezicht van de school erg veranderd: leerlingen en leerkrachten kwamen en gingen wanneer ze wilden, tijdens de lessen werd er vrijelijk gepingd, gepangd en gepungd, porno via mobieltjes doorgestuurd; drie-peperdjonko’s werden bij het leven gerookt achter de toiletten, waarbij er gezongen werd: ‘Rastamang faibreesjen…’ Vechtpartijen waren aan de orde van de dag. Rijkere leerlingen werden zowat van alles beroofd en daarbij werden de meisjes gewoon in hun buik geschopt en de jongens kregen wapens in hun mond geduwd. Rasta bleef doodleuk verklaren dat er uit de cijfers niet bleek dat er meer berovingen werden begaan in vergelijking met de ‘Sheriff-periode’. Dat was het verschil. Verder ontkende hij dat het merendeel van de geweldenaren op het schoolerf ‘op hem leken’. Ze waren ten achter gesteld en hadden honger, daarom deden ‘een paar’ zo. Hij wees toen op het grote aantal rapportvervalsers en repwerkverkopers die niet op hem leken; hij noemde die de witteboordspiekers en gladde-bovenfraudeurs. Maar de ouders van de benadeelde en mishandelde leerlingen gingen naar de pers en hingen de zaak aan de grote klok. Toen vond ene Pienka-lanka, een neefje van Rasta, dat de pers minder van dit soort berichten moest publiceren; het gaf een vertekend beeld van al het goede werk dat de school verrichtte. Maar het bleef fout gaan; de brandkast van de administratie verdween en werd drijvend (omdat ie leeg was) op de rivier gevonden. Zie dat verschil! Nu werd de kritiek van buiten toch wel duidelijk en Rasta besloot de lerarenvergadering bijeen te roepen en vroeg de leerkrachten: ‘Vergeleken met de vorige directeur is alles op deze school hetzelfde gebleven. Wat is dan het verschil?’ Reactie uit de zaal: ‘Jij en die verkeerde bezuinigingen van je bestuur’. Dat is het geschil.