Watradagu in de bewoonde wereld – Parbode Sneak Peek
Niven Williams, student aan het Instituut voor de Opleiding van Leraren, verricht een afstudeeronderzoek naar de watradagu in Paramaribo en Wanica. We spreken de bioloog in spe langs de rand van de Boomskreek in Paramaribo-Noord. Hij heeft een melding gekregen dat hier een watradagu zou zijn gespot. Gefocust glijdt zijn blik langs de oever, op zoek naar een teken van leven. Elk geritsel valt hem op. Hij moet scherp zijn, wil hij een glimp van het watervlugge beest opvangen. Nivens goed ontwikkelde oog voor detail is cruciaal, deze Surinaamse waterotter laat zich immers niet zomaar zien.
Waterrijk Suriname is een uitstekende leefomgeving voor de zwampotter (watradagu) en de reuzenotter (bigi watradagu). De ‘iconische’ bigi watradagu is veel bekender, maar persoonlijk heeft Niven een voorkeur ontwikkeld voor het kleine broertje. “Ik houd van de underdog”, zegt hij met een knipoog. “Wat mij betreft krijgt de reuzenotter al genoeg aandacht. In eerste instantie werd mijn interesse gewerkt door een video van een zwampotter in Paramaribo-Noord. Ik vroeg me af waarom hij daar kan overleven.” Dat was voor Niven aanleiding om onderzoek te gaan doen. Zijn interesse gaat verder dan alleen zijn afstudeerproject. Het is voor hem een hobby en passie. “Wanneer ik afgestudeerd ben, ga ik dit onderzoek voortzetten en het uitbreiden. Ik wil ook graag nog meer te weten komen over hun dieet, ik wil uitzoeken wat ze eten in Paramaribo en of ze gezond zijn.”
In dichtbevolkt gebied
Niven heeft zijn eigen Facebookpagina voor het project waar hij berichten deelt over zijn bevindingen en actief probeert samen te werken met bewoners. Hij is grotendeels afhankelijk van burgers. Via sociale media roept hij mensen op om contact op te nemen wanneer ze een watradagu hebben gezien. Op deze manier probeert hij in kaart te brengen waar en hoe de zwampotter leeft in deze dichtbevolkte districten.
“Dat was in het begin heel lastig, en dat is het eigenlijk nu nog steeds. Ik ben afhankelijk van mensen die otters zien. Zij moeten die informatie ook nog met mij kunnen of willen delen. Sommige mensen die reageren zijn voorzichtig als voor hen het doel niet duidelijk is. Er zijn namelijk ook jagers die op zoek zijn naar dezelfde informatie als ik. Op deze manier onderzoek doen is niet uniek, maar in Suriname is het op het vlak van ecologisch onderzoek wel redelijk nieuw.”
Het onderzoek bestaat voornamelijk uit veel data verzamelen over de plekken waar de watradagu is gezien en dus waarschijnlijk leeft. Niven observeert deze plekken en op basis van GPS-gegevens brengt hij de leefgebieden in kaart. Hij heeft een hele checklist bij zich voor het moment dat hij een melding krijgt. “Ik vraag mensen uitgebreid naar wat ze gezien hebben, zodat ik zeker weet dat het een watradagu was, en niet bijvoorbeeld een buidelrat of wasbeer.” Opeens onderbreekt hij zijn verhaal. “Ssst”, fluistert hij terwijl hij naar de begroeiing aan de overkant van het kanaal kijkt. “Volgens mij zit daar een. Hij heeft mij waarschijnlijk allang gezien en zal wachten totdat ik weg ben.” Dan vervolgt Niven zijn relaas: “Het onderzoek gaat goed tot nu toe, ik krijg gemiddeld twee of drie reacties per week. Maar ik blijf wel afhankelijk van hun waarnemingen. De watradagu die zij gister hebben gezien, kan vandaag al dood zijn.”
Bedreigingen?
“Ik heb nog nooit van mijn respondenten gehoord dat ze zijn aangevallen of last hebben gehad van de dieren”, benadrukt de onderzoeker. “Als uit mijn onderzoek blijkt dat hier geen bedreigingen zijn voor de watradagu, dan zal het naar alle waarschijnlijkheid ook gelden voor het binnenland. In het binnenland spelen ook andere factoren. Ze worden doodgereden op onverlichte wegen of mensen jagen bijvoorbeeld op het dier, voor hun eigen plezier en vermaak.
Lees het hele artikel in het novembernummer van Parbode