‘We eten troep’
Elk mens moet eten en drinken om te overleven. Maar wát eten wij iedere dag, en is dat wel gezond? “We eten troep,” zegt Dennis Tauwnaar beslist, “en we drinken ook troep.” Hij kweekt daarom honderd procent biologische producten op zijn ‘biofarm’ te Lelydorp. Bun sani, zogezegd, en voor minder dan honderd procent doet Dennis het niet.
“Ik ben geen activist, en ook geen extremist. Als jij bepaald voedsel wil eten, is dat jouw zaak. Ik heb het afgeleerd om mensen dingen op te leggen. Iedereen heeft zijn eigen wil. En ik ben ook niet de perfecte man. Ik eet nog steeds bespoten rijst uit Nickerie en ik eet nog steeds bespoten uien uit Nederland. Maar ik ga niets produceren wat ik niet zelf kan eten.”
Hij krijgt allerlei mensen op bezoek; van gewone belangstellenden tot wetenschappers. “Tijdens een rondleiding zei iemand over de afbraak van chemicaliën: ‘u vertelt niet de complete waarheid, want er is wel degelijk een periode van afbraak’. Ik zeg: mijnheer, de meeste gewassen groeien binnen zes weken tot drie maanden. Als dat gif drie maanden nodig heeft om af te breken, wanneer moet het dan afgebroken zijn? Dan zit het toch allang in uw maag?”
“Zodra mensen over gif en afbraak beginnen te praten, gaan al mijn haren overeind staan. Als iemand gif gebruikt, kunnen wij niet verder discussiëren, want dan heb jij iemand vergiftigd. Je moet goed nadenken wat je doet met de mensheid. Maar sommigen van onze boeren kunnen niet eens lezen, laat staan een voorschrift in het Engels begrijpen. De ene boer heeft problemen met zijn aanplant van kouseband. De andere boer adviseert hem: kijk, dit moet je kopen. ‘Ma omeni mi mus’ poti? Den man pot wan cup, maar pot drie yere, a san tranga’. Hij heeft voorlichting gegeven, ja toch?”
Het hele artikel lezen? Koop dan de mei-editie van Parbode. Nu in de winkel!