‘We zijn al die jaren voor de gek gehouden’
Op 15 augustus dit jaar was het precies tien jaar geleden dat het Inter-Amerikaans Hof voor de Mensenrechten (CIDH) de Surinaamse regering schuldig bevond aan de slachting van 38 dorpsbewoners in Moiwana. De regering werd veroordeeld tot het uitbetalen van smartengeld aan alle 130 nabestaanden. Tevens moest er een herstelfonds komen met een kapitaalinjectie van 1,2 miljoen USdollar. De regering kreeg vijf jaar de tijd om het vonnis uit te voeren, maar lijkt er geen serieus werk van te maken. Inmiddels maken de nabestaanden zich op voor de 29ste herdenking op 29 november dit jaar.
Atema woont nu in Frans-Guyana, maar zou niets liever willen dan terugkeren naar haar geliefde Moiwana. Ze herinnert zich nog als de dag van gisteren dat de militairen van het Nationaal Leger het dorp bestormden. “Ik was achter in het dorp bezig op mijn kostgrondje, toen de militairen ineens het dorp in kwamen rennen en zonder waarschuwing in het wilde weg begonnen te schieten.” Atema slaagde erin om in alle paniek snel een tweeling onder de arm te pakken en het bos in te rennen.
Twee dagen liepen ze angstig en onder erbarmelijke omstandigheden door het bos. Ze sliepen onder geïmproviseerde hutjes gemaakt van stokken, bedekt met bladeren. “Ik was praktisch naakt, had alleen een kleine pangi om mijn middel. Ik droeg onder iedere arm een kind. Na twee dagen zaten we onder de schaafwonden en bulten. We konden niet meer”, vertelt Atema ontredderd.
Uiteindelijk belandde ze in Frans-Guyana, en de dagen daarna vonden de dorpsbewoners elkaar weer terug. Atema begon langzaam te beseffen dat haar dochter Magdelena en haar vijf kleinkinderen zich niet onder hen bevonden. Ze strijkt haar handen over haar gezicht en draait haar hoofd plotseling de andere kant op. Er valt een lange stilte. “Ik verloor niet alleen mijn bloedverwanten. Alle 38 overledenen zie ik als familie. Het was verschrikkelijk om te beseffen dat niet iedereen veilig aan de overkant was.”
Lees het hele verhaal van Atema en de zoektocht naar gerechtigheid in de Parbode van oktober.