Wetenschappelijk racisme
Je zou denken dat in wetenschappelijke publicaties altijd zorgvuldig onderscheid wordt gemaakt tussen feiten en vooroordelen. Zelfs tegenwoordig is dat niet altijd zo, maar zeker in de 19e en 20e eeuw was de Europese (pseudo-)wetenschap niet bepaald vrij van dubieus gedachtegoed. Neem het volgende citaat: ‘De Surinaamse Creool is … pedant en quasi zelfverzekerd, . . . met een grote mond, is lui en als arbeidskracht totaal onbruikbaar. [Hij] bezit helemaal geen gevoel voor humor. Merkt men dit bij een enkele toch op, dan bezit hij vrijwel steeds Joods bloed. . . . De Brits-Indiërs staan in Suriname algemeen bekend als een lastig onbetrouwbaar volk. Zij zijn hyper leugenachtig, twistziek en moeilijk in de omgang.’ Een paar zinnen eerder werden de Joodse Surinamers overigens ook met de grond gelijk gemaakt.
uit het maandblad van een racistische politieke partij? Nee, het komt uit het proefschrift van Eline Verkade-Cartier van Dissel, getiteld ‘De mogelijkheid van landbouwkolonisatie voor blanken in Suriname’ (1937). Het mag uit voorgaand citaat duidelijk worden dat de schrijfster vond dat vooral blanken geschikt waren voor de landbouw in Suriname.