Wij samen in ons land
In het kader van de bezuinigingen en de verhogingen is er door onze regering een nieuwe campagne gestart. ‘We moeten het samen doen’, roept de advertentie ons een halve pagina groot toe. Gevolgd door de tegenstrijdige tekst: ‘jouw verbruik bepaal je zelf’. op de televisie kunnen we zien hoe we dat ‘samen’ moeten doen. Ik zie bijvoorbeeld licht branden bij de buurvrouw en bel haar op, om beleefd aan te geven dat ze wel een lichtje of twee, drie mag uitdoen. Zij hoort water stromen op mijn erf en roept mij om de kraan dicht te draaien. heel vervelend was in mijn situatie toch wel dat de buurvrouw reageerde met ‘na mi e bepaal toch!’. Van de weeromstuit reageerde ik dus met ‘no bemoei!’. het samen-gevoel is er helaas nog niet in onze buurt.
In het begin van de campagne was ik nog vol goede moed. Ik heb, geheel op eigen initiatief, mijn smalle straatje afgezet met twee stoelen. Iedereen die in de auto weg wilde rijden, hield ik staande met de vraag: ‘Waar denken wij dat wij naar toe gaan?’ Gevolgd door een soms hoog oplopende discussie over mijn alternatieve voorstel om de fiets te gebruiken of een pittig stukje te lopen. totdat een van mijn buren dreigend de auto uitstapte en wilde overgaan tot een handgemeen. op dat moment heb ik mijn actie helaas moeten beëindigen. niemand in ons straatje kijkt mij nog aan, niemand groet meer, maar ik ben trots op mezelf, want ik weet dat ik mijn best heb gedaan voor ons land en ons volk.
tot zover mijn inzet. Laten we nu de slagzin ‘we moeten het samen doen’ eens nader bekijken. Welke boodschappen zitten daarin? Daarvoor moet ik u meenemen naar de wondere wereld van de communicatie. Allereerst zit in die tekst de boodschap dat er een ‘wij’ is. ten tweede, ‘wij’ moeten iets ‘dóen’. Dat valt tegen, wij moeten iets doen? nee toch? Lanti moet iets doen, wij absoluut niet. Wegen, goten, vuilnis, opvang, noem maar op, wij wijzen met de vinger, wij mopperen, maar iets doen? Suma, mi? Echt niet! En dan is er nog het politiek-ideologische nDP woordje ‘samen’. Wij en samen, het zijn woorden die ons uitnodigen om in actie te komen.
Als u me niet gelooft, stel ik u voor het volgende experiment uit te voeren. U hebt een klacht, een apparaat dat niet werkt, of een vraagstuk. U gaat met uw klacht, apparaat of vraagstuk naar een winkel, een organisatie, een deskundige. U legt uw klacht of probleem voor aan een medewerker, een vertegenwoordiger, een functionaris. U sluit af met de volgende gouden zin: ‘hoe gaan we dit samen oplossen?’ Kijkt u maar eens wat er vervolgens gebeurt. In negen van de tien gevallen gaat uw gesprekspartner direct en ijverig aan de slag.
tegenwoordig kijk ik ook wat kritischer naar het taalgebruik in een ochtendblad. op maandag 2 november 2015 lees ik de volgende tekst: ‘Zicavirus ontdekt in Suriname.’ Ja, zult u vragen, wat moet ik daarmee? Neks no fout toch? Neks no fout, inderdaad, maar het kan beter. Een andere tekst dan, van woensdag 4 november 2015 uit diezelfde krant: ‘Initiatieven om geld te verdienen uit de rijkdom aan oppervlaktewater in Suriname is toe te juichen.’ Wat is hier fout, behalve dat het onderwerp van de zin meervoud is en de persoonsvorm enkelvoud? U weet het niet? nog twee teksten, misschien gaat er dan een lichtje bij u branden: ‘Suriname staat hyperinflatie te wachten’, gelezen in de krant van woensdag 5 november, of ‘Bigi Pan, in het noordwesten van Suriname dreigt droog te lopen’.
ook tijdens het luisteren naar mijn geliefde radiostation Radio 10, hoor ik ‘het probleem in Suriname is….’ en ‘de inbreng van de Surinaamse gemeenschap moet…’, ‘het leiderschap in Suriname is…‘ en ‘de opbrengst voor goede doelen in Suriname gaat naar….’. tot zover mijn geliefde radiostation, maar ook op de televisie, tijdens lezingen en toespraken hoor ik mensen praten over ons land alsof het een ander land is, waar wij niet wonen. Misschien is dat wel het probleem, dat we na veertig jaar onafhankelijkheid nog steeds niet kunnen geloven, of nog steeds niet willen beseffen, dat Suriname ons land is, waar wij ooit samen kwamen en waarschijnlijk samen zullen blijven.
Misschien verduisteren we daarom wel onbeschaamd het geld van onze staatsbedrijven dat onze samenleving toebehoort. Misschien stelen we daarom onze roosters van onze waterlozing, zodat de zaak bij een forse regenbui onderloopt. tussen haakjes: verduisteren is ook gewoon stelen, maar dan door hoge Pieten. het gaat om deftig stelen en meestal om grote bedragen. Maar dat terzijde. het is januari 2016 als u dit leest. Mooie tijd voor een heel goed voornemen ter stimulering van het ‘ons-gevoel’. In het vervolg schrijven we dus ‘Zicavirus ontdekt in ons land’, ‘Bigi Pan in het westen van ons land’ en ‘de rijkdom aan oppervlakte water in ons land’. overal waar we vroeger het woord Suriname gebruiken, gaan we na of we dat woord redelijkerwijs kunnen vervangen door ‘ons land’. Wie weet, werkt het!