Winti en Yorka (jorka)
Toen de blanken en het christen-dom zich hier vestigden, moest onder andere de eeuwenoude wintireligie van de Afrikaanse slaven vernietigd worden. Winti was afgoderij, leidde tot begeestering (trance) en had meer te maken met hocus pocus. Zaken waar malafide predikers van alle religiën zich tot de dag van vandaag aan schuldig maken.
Tijdens een wintiprei, een feestelijke voorouderverering, krijgen sommigen de geest van een voorouder, een kabra, over zich. Dat wordt herkend door kenners zoals de bonuman (de wintileermeester) aan de manier hoe de mensen dansen en aan de taal (kromanti) die ze spreken. Die begeestering zie je ook tijdens opwekkingsdiensten van gevestigde kerken, maar dan is daar opeens niets fout aan. Als een jonge dominee als kandidaat-assembleelid tijdens een propagandabijeenkomst van het ene eind van het podium springend rent naar het andere eind en terug, daarbij schorre kreten uitstotend, zeggen sommige mensen: ‘Kijk, hij krijgt winti.’
Begrippen zoals bakru, dyodyo, obia, yorka, kra, leba, yeye worden veelal negatief gebruikt. Voor een paar honderd euro bevrijdde een malafide volksgenezer een vijftienjarig meisje van een kwade geest, een bakru. Haar moeder was daar zo blij om, tot ze merkte dat ze grootmoeder zou worden.
Een jongetje op de lagere school had de gewoonte stinkende scheten in het gezicht van vooral de meisjes te laten, totdat eentje hem daarbij dwars door z’n broek krachtig in z’n bil beet. Volgens mij kwam z’n puf er van boven uit. Toen hij hinkend en huilend bij juf ging klagen, zei die: ‘Kisi mooi, komt ervan als je als een leba doet.’
Neem bijvoorbeeld yorka, dat is de benaming van een kabra, oftewel een vooroudergeest. In overdrachtelijke zin kent men de yorka-supu, de ‘geestensoep’. Drink je die, ga je dood; drink je die niet, ga je ook dood. Zoals na een verkiezing: vorm je met de grootste partij een coalitie, wordt dat uiteindelijk je politieke dood; blijf je in de oppositie, ben je sowieso politiek dood.
Dan heb je ook de yorka-tori, verhalen waarin geesten een rol spelen, zoals van die man die ’s avonds laat een dame een lift geeft en haar op haar verzoek bij een eenzaam landweggetje afzet. Thuis ziet de man dat ze haar tasje in zijn wagen is vergeten. Als hij de volgende dag het weggetje terugvindt en inrijdt, ziet hij dat daar geen huizen staan, maar wel een begraafplaats is. Dan weet hij dat hij een yorka een lift had gegeven.