Zeeschildpadden van de leg
Voor zeeschildpadden die in 2014 de Surinaamse stranden bezochten om eieren te leggen, was 2014 een slecht jaar. Er was een duidelijk gebrek aan geschikte stranden en bij Braamspunt is zelfs een concessie verstrekt om zand te mogen afgraven. Er zijn wereldwijd nog maar enkele legstranden voor zeeschildpadden over, als gevolg van de invloed
van de mens. Vele stranden zijn volgebouwd met appartementen en hotels, zodat ze niet meer kunnen dienen als legstranden. De zeeschildpadden worden door de bouwnijver van de mens steeds verder in het nauw gedreven.
Dit is totaal anders voor de stranden van Suriname. Ons land kent namelijk dynamische zandstranden naast de overwegend modderbanken en mangrovestranden. Dat betekent dat de structuur van het strand constant aan verandering onderhevig is. Langs de kust van Suriname is er de zogeheten Guianacurrent. Dit is een sterke zeestroom die van oost naar west gaat en veel sedimenten van de Amazonerivier aanvoert. Deze stroming gaat met zo veel kracht gepaard, dat hele zandstranden binnen korte tijd verdwijnen, of verplaatst of veranderd kunnen zijn. De schildpadden kunnen hun eieren echter alleen in het zand leggen. Deze nesten moeten ook nog boven de vloedlijn zijn, anders worden ze door het zoute water aangetast en gaan de eieren rotten.
Van de zeven soorten die wereldwijd voorkomen, maken vier soorten hun nest op onze stranden: aitkanti, krapé, warana en de onechte karet. De grote aitkanti maakt de meeste indruk vanwege haar omvang en wordt vaak vergeleken met een Volkswagen Kever. Haar sporen in het zand doen denken aan tractorsporen. De kracht waarmee ze zich met haar flippers verplaatst, moet fenomenaal zijn, want deze dieren kunnen ruim negenhonderd kilo zwaar worden. Eerst zoekt ze een mooie hoge plaats op het strand op, om dan met haar achterflippers een gat te graven in de vorm van een kelk van bijna zeventig centimeter diep. De wanden worden daarna goed aangestampt, zodat deze niet instorten tijdens het leggen van de eieren. Daarna neemt ze een pauze en lijkt ze in een soort trance te komen. Onder zwaar zuchten begint ze dan haar eieren te leggen die er als pingpongballen uitfloepen.
Nadat ze zo’n tachtig tot negentig eieren heeft gelegd, begint ze het nest op kundige wijze dicht te gooien met zand. Als het nest dicht is, kruipt ze een rondje terwijl ze met zand gooit, om de sporen van het nest uit te wissen. Hierna gaat ze terug naar zee, om in het seizoen nog vijf keer terug te komen om opnieuw eieren te leggen. Jaarlijks worden vele tienduizenden eieren gestroopt en duizenden nesten verwoest. Vooral op Galibi, waar het ecotoerisme voor de gemeenschappen sinds 2000 steeds belangrijker is geworden, probeert men de stroperij aan banden te leggen. In 2002 is op verzoek van de bewoners een wet aangenomen die het verbiedt om de nesten leeg te halen. Het was een doorn in het
oog van de toeristen om de vele geroofde nesten te zien. Om hun tradities voort te kunnen zetten, mocht de lokale bevolking nog wel bij Natuurbeheer een verzoek indienen om voor eigen gebruik een nest leeg halen. Die aanpak is redelijk succesvol, maar de stroperij valt nooit helemaal uit te bannen.
Weliswaar was 2013 een goed legjaar, maar er zijn vele nesten leeggehaald door stropers die vrij spel hadden, vooral vanwege de wanorde bij Natuurbeheer. Er zijn dan wel duizenden gestroopte eieren in beslag genomen, maar het staat vast dat dit slechts het topje van de ijsberg is. Voor zowel zeeschildpadden als hun legsels was 2014 een ramp. Er waren namelijk maar weinig geschikte stranden; alleen Galibi en Braamspunt waren nog enigszins geschikt. Matapica leek heel mooi, maar er was over de gehele lengte een zandrichel van wel een halve meter hoog, die de schildpadden niet konden overbruggen. Wat het allemaal nog erger maakte, was dat Braamspunt een concessie is om scherpzand af te graven. Vele nesten zijn door de grote graafmachines vernietigd omdat de concessiehouders niet bereid waren hun graafwerkzaamheden te staken.
Het legseizoen begint meestal in februari loopt normaal door tot augustus. Maar rond de jaarwisseling werden vreemd genoeg nog steeds zeeschildpadden waargenomen, terwijl het nieuwe nestseizoen alweer op het punt van beginnen staat. De vraag rijst nu: wat is er aan de hand? Inmiddels zijn er nieuwe geschikte zandstranden gevormd in het Wia Wia-natuurreservaat waar de afgelopen zeven jaar alleen modderbanken te vinden waren. Dit is op zich mooi nieuws. Maar alvorens we (te vroeg?) juichen, dient er eerst onderzoek gedaan te worden naar het vreemde verschijnsel dat het legseizoen verstoort. Wat is bijvoorbeeld het effect van de klimaatverandering en de daarmee gepaarde zeespiegelstijging op de zeeschildpaddennesten?
Heeft het afwijkende, doorlopende legseizoen te maken met een tekort aan legstranden? Heeft chemische verontreiniging van het milieu effect op de hormonale huishouding van de zeeschildpadden? Wat is het effect van het stropen van de vele nesten op de populaties? Of van de vele zeeschildpadden die in netten van vissersschepen verdrinken, of door het ronddrijvende plastic dat verstoppingen veroorzaakt van het maag-darmkanaal met de dood tot gevolg? Het zijn overigens helaas allemaal verwijzingen naar de mens…