Zo uniek is Suriname niet!
Het zal deze maand, rond de viering van veertig jaar Srefidensi, weer meer dan eens worden geroepen: we zijn een uniek land, omdat hier zoveel verschillende etnische en religieuze groepen vreedzaam met elkaar samen wonen. Maar zijn we eigenlijk wel zo uniek als we zelf denken?
‘Onze diversiteit in cultuur, en hoe vredig met elkaar te leven en te werken, ongeacht religie of etnische afkomst, kan een model voor de wereld zijn…’ In hoeveel huiskamers, klaslokalen, kantines, voertuigen, kerken, mijnschachten, casino’s en bordelen hebben dit jaar deze woorden weerklonken? En niet één keer, maar tientallen malen, zodat het tot iedereen kon doordringen dat het de president van het land was die zich tot ons richtte. En dat diezelfde president, blijkens de volgende zinnen, van mening was dat Suriname een ‘multi-etnisch en multicultureel voorbeeld’ is en dat we mét hem klaar moeten staan om ‘de verworvenheden van onze journey’ met de wereld te delen.
Over de suggestie dat het in de wereld slecht gesteld is met de onderlinge verhoudingen tussen bevolkingsgroepen met eigen etnische en culturele kenmerken kunnen we kort zijn: dat is gewoon flauwekul of op z’n best een open deur, want bepaalde mensen zullen altijd redenen zoeken om anderen de hersens in te slaan. Of de president en zijn voorzeggers draaiden ons doelbewust een rad voor ogen of het schrijnend gebrek aan algemene ontwikkeling is nu ook in de hoogste kringen eerder regel dan uitzondering. Het wemelt in de geschiedenis, die elders vaak veel verder teruggaat dan in ons land, van de voorbeelden dat mensen uit diverse windstreken een manier vinden om het met elkaar te rooien en iets gemeenschappelijks op te bouwen.
Verder lezen? Dat kan in de Parbode van november. Nog een weekje in de winkel!