Zoete toekomst voor sukade
Wat enkele jaren geleden begon als een hobby, moet uitgroeien tot een succesvol agrarisch bedrijf waar sukade centraal staat. De broers Jules en Henk Donk en hun zwager Ruud Soeverein hopen met hun onderneming Suriname Candied Fruits NV de agrarische sector een enorme impuls te geven en de lokale markt volledig te voorzien van sukade. En dat is slechts het begin van wat een mooie, zoete toekomst moet worden.
Waarschijnlijk kunnen alleen oudere Surinamers zich nog herinneren dat ooit lokaal op flinke schaal sukade werd geteeld. Niet zo vreemd, want het is een belangrijk bestanddeel van fiadoe, de bekende lekkernij. Maar vele decennia geleden loonde het niet meer de moeite om de bomen en struikjes te laten groeien, het eindproduct wordt sindsdien kant en klaar vanuit vooral Nederland geïmporteerd. De Nederlanders halen de vrucht op hun beurt weer uit Puerto Rico, verreweg de grootste leverancier in de wereld.
Suriname Candied Fruits NV wil de tijden van weleer doen herleven en de Surinaamse markt binnen een paar jaar volledig van sukade voorzien. Het initiatief kwam niet helemaal uit de lucht vallen: beide grootvaders van de gebroeders Donk hielden zich zo’n zestig jaar geleden op behoorlijke schaal met de sukadeteelt bezig. “Een paar jaar geleden dacht ik van laat ik het ook eens proberen”, legt Jules Donk uit. “Het kostte wel veel moeite om in Suriname nog sukadebomen te vinden, maar na drie maanden zoeken vonden we er uiteindelijk een. Ook bij het ministerie van Landbouw Veeteelt en Visserij (LVV)in Saramacca bleken er nog een paar te staan. Eigenlijk wist niemand wat voor een boom het was.”
Om het wiel niet opnieuw te hoeven uitvinden, ging Donk voordat hij startte te rade bij een oom. ‘Die heeft mijn grootvader destijds geholpen, dus hij wist nog wel iets van het vak. Daarnaast hebben we via internet en uit het buitenland de nodige informatie weten te halen. De productiewijze van sukade die mijn oom zich herinnerde, verschilt niet zoveel met die van nu. Alleen hebben we het wat aangepast aan de moderne tijd.”
Niet gestolen
“Sukade heeft tal van voordelen. Het groeit gemakkelijk en het wordt niet gestolen omdat de vrucht niet te eten is. Het eindproduct wordt immers gemaakt van de zeer dikke schil. De citrus bevat slechts dertig procent pulp, de rest is schil. Die gaat in een zoutoplossing, waardoor de olie wordt verwijderd. Bovendien trekt de kleur dan gelijkmatig door de hele schil. Vervolgens wordt het gespoeld met vers water, waarna we beginnen met confijten. Dat wil zeggen dat de schil in een stroopoplossing gaat die ervoor zorgt dat het water eruit trekt en de skuiker er in. Dat is een proces van ongeveer twee weken. Daarna is het klaar voor gebruik.”
Inmiddels zijn op de beschikbare twee hectare grond in Saramacca de eerste duizend bomen geplant en hebben de ondernemers sneller dan verwacht onlangs al de eerste bescheiden oogst binnengehaald. “Als we de volledige twee hectare hebben beplant, staan er tweeduizend bomen en struiken. Dat levert per jaar zeker 40.000 kilo sukade op. In Suriname is de behoefte momenteel 25.000 kilo op jaarbasis, dus we kunnen de markt volledig voorzien. Bakkerij Fernandes bijvoorbeeld gebruikt zevenduizend kilo, die nu nog wordt geïmporteerd. We hebben al gesprekken met ze gevoerd, ze hebben onze sukade van de eerste oogst getest en ze zijn tevreden. Het doet zeker niet onder voor de importsukade.”
Andere vruchten
Soeverijn: “Een beetje bedrijf in Puerto Rico heeft 25.000 bomen staan, wij hopen ook die richting op te gaan. Zo kunnen we in de toekomst op grote schaal exporteren, wat bij zal dragen aan de deviezeninkomsten voor Suriname. Deze regering heeft aangegeven de agrarische sector te willen stimuleren en nieuw leven in te blazen, wij verwachten daar met dit bedrijf mede invulling aan te kunnen geven.
“We willen ons overigens niet alleen richten op sukade, we zien ook een enorme potentie voor andere vruchten die we kunnen confijten, zoals papaya, gember en ananas. Ook willen we er sappen van maken. De bedoeling is om een fabriekshal van 1.500 vierkante meter op te zetten. Dat levert als bijkomend voordeel voor de bewoners van Saramacca de nodige werkgelegenheid op.”
Financiering
Maar er liggen nog wel wat obstakels op de weg voordat alle plannen kunnen worden uitgevoerd. “Eén van de knelpunten is de financiering, met name voor de fabriekshal”, zegt Jules Donk. “Daartoe zullen we een samenwerkingspartner nodig hebben, in Suriname of het buitenland.
Een ander probleem is dat we veel meer grond nodig hebben. In eerste instantie hebben we bij de overheid 250 hectare aangevraagd, maar dat bleek niet mogelijk. Nu hebben we een aanvraag liggen voor vijftig hectare, maar het gaat moeizaam. Het lijkt ons een goed idee om gebruik te maken van de twee stukken land van de proeftuinen van LVV in Saramacca. Die zijn nu voor tachtig procent ongebruikt. We hebben voorgesteld om daar een modelkwekerij op te zetten.” Lokale boeren zullen in de toekomst volop kunnen profiteren van de activiteiten van Suriname Candied Fruits. “Maar we moeten ze eerst de garantie kunnen geven dat we hun producten kunnen afnemen. Wat sukade betreft vraag je de boeren of ze bomen willen planten waar er pas over drie jaar geld aan verdiend zal worden. Uit eerste gesprekken blijkt dat ze daartoe bereid zijn, maar je wilt deze harde werkers wel zekerheid kunnen bieden. En daarom moet eerst de fabrieksruimte er staan om de verwerking ter hand te kunnen nemen”, aldus Jules Donk.