Zwemmen tegen de elementen
Uniek: zo mag je die rare zwemmarathon van Domburg naar Paramaribo gerust noemen. Want je moet goed zoeken wil je elders in de wereld een zwemwedstrijd vinden die met dit bijzondere evenement te vergelijken valt. Op zondag 5 juli is het weer zover: dan gaan meer dan honderd waterratten weer de strijd aan met de gevaarlijke stromingen in de Surinamerivier en, vooral, met zichzelf.
De zwemmarathon is ontstaan als gevolg van een grap van een aantal vrienden. Tien jonge mannen besloten eind jaren zestig bij Domburg in de Surinamerivier te springen, met als einddoel Paramaribo. Begeleid door twee boten en met slechts twee kannen stroop en een paar koeken als proviand voor onderweg. De beroemde zwemmarathonbocht (waar nu de Wijdenboschbrug staat) bleek een hobbel teveel, de stroming was te sterk en ze moesten opgeven. “Het was een kiek, maar ze hadden geen rekening gehouden met het getij”, zegt Chantal van Keeken-Frederik, die sinds 2003 belast is met de coördinatie van het evenement.
De mannen probeerden het in de jaren die volgden nog een paar keer, onder meer vanaf Paranam. Eveneens tevergeefs. In 1973 besloten de zwemverenigingen Neptunes en Peace Forever de zaak serieus op te pakken. De eerste zwemmarathon was een feit, 26 mannen en acht vrouwen legden de nu inmiddels beroemde en beruchte achttien kilometer door het woelige water van Domburg naar Paramaribo af. Een jaar later nam de Surinaamse Zwembond (SZB) de organisatie over.
Sindsdien is het een jaarlijks terugkerend spektakel, dat op of rond 1 juli altijd enorm veel toeschouwers op de been brengt. “Twee keer is het niet doorgegaan. In 1990 was het getij rond 1 juli ongeschikt en had de marathon verplaatst moeten worden naar de tweede helft van juli. Dat is juist de periode dat veel studenten het druk hebben met schoolexamens en dus niet zouden deelnemen. Daar hebben we rekening mee te houden. Dus is er toen voor gekozen om het af te blazen. En in 1999 vond het geen doorgang in verband met de bouwwerkzaamheden van de brug. Toen was het niet verantwoord”, aldus Van Keeken-Frederik. “Een jaar later mochten alleen wedstrijdzwemmers deelnemen. Dat was een enorme teleurstelling voor de recreanten, die maandenlang hadden getraind en voor wie de marathon toch vooral is bedoeld.”
Eng
De komst van de brug heeft het er volgens haar niet eenvoudiger op gemaakt voor de zwemmers. “Doordat ze onder het linkerdeel van de brug door moeten is het moeilijker om goed uit te komen in de bocht, dat vergt veel inspanningen. Wijk je teveel uit naar rechts, dan haal je door de sterke stroming de marinetrap niet. Ook moet je zien te voorkomen dat je niet te dicht in de buurt van de Goslar komt, waar de stroming onbetrouwbaar is. Trouwens, veel zwemmers wíllen daar niet eens in de buurt komen, die vinden de Goslar maar eng.”
Zelf weet Van Keeken-Frederik maar al te goed hoe zwaar de marathon is. “Ik heb zes keer deelgenomen. In 1995 dacht ik eindelijk eens als eerste dame te kunnen finishen, maar helaas voor mij was er in die periode net een enorm goede zwemster uit Nederland in Suriname. Toen werd ik dus tweede, dat was best balen.”
De veiligheid van de zwemmers staat bij de marathon voorop. “In de aanloop naar de marathon moeten de deelnemers een testtraject afleggen vanaf de SDSM naar de marinetrap. Halen ze dat niet, dan mogen ze ook niet meedoen aan de marathon. Bovendien moeten alle deelnemers een verklaring overleggen van hun arts dat ze in goede gezondheid verkeren. Verder moeten er voldoende boten zijn om de zwemmers te begeleiden. Dat is nooit een probleem geweest, er zijn vrijwilligers genoeg die hun bootje die dag in het water gooien. Maar de Maritieme Autoriteit Suriname (MAS) stelt steeds strengere eisen aan de begeleidingsboten. Die moeten zwemvesten, een anker en een reddingsboei aan boord hebben. Veel van die vrijwilligers vinden het kostbaar om bijvoorbeeld in een reddingsboei te investeren voor een evenement waar ze belangeloos aan meewerken. Ik juich de eisen van de MAS toe, het is in het belang van iedereen. Maar het is jammer richting vrijwilligers.” Met de MAS vindt ook zeer nadrukkelijk afstemming plaats over de dag waarop de marathon plaatsvindt. “De bedoeling is altijd 1 juli geweest en dat is ook regelmatig gelukt. Maar vanwege het getij kan het wel eens gebeuren dat het een paar dagen later is. Dat was de reden dat Parbo na 1984 afhaakte als sponsor, van hen móest het echt op 1 juli. Vervolgens hebben we het een jaar met nauwelijks sponsoring gedaan. Sinds 1986 kunnen we rekenen op Staatsolie. Die hebben toegezegd tot 2010 door te gaan, of ze daarna doorgaan is afhankelijk van het internationale karakter van de marathon. Dus we hopen dat we op 5 juli weer een paar buitenlandse zwemmers hebben.”
De organisatie is overigens niet al te rouwig dat de marathon niet op 1 juli wordt gehouden. “Het is natuurlijk een feestelijke dag met veel sfeer en enorme mensenmassa’s, dat is inderdaad gezellig. Maar er zijn dan ook heel veel wegen afgezet, waardoor het vaak moeilijk is voor organisatie en publiek om de finishplek te bereiken. En de zwemmarathon is inmiddels zo’n aantrekkelijk spektakel, dat de mensen toch wel komen kijken.”
Finish
Een punt van zorg voor de komende marathon is de finish. “We zijn bezig om een drijvend vlot te maken van vijf bij drie meter, zoals de internationale zwembond FINA voorschrijft. Die biedt plaats aan twee lifeguards en aan een paar aankomende zwemmers. Dit vlot moeten we nog uittesten, voldoet deze niet dan hebben we een probleem.”
Toch is ze optimistisch. “Onze zwemmarathon is uniek in de wereld. Er werden wel wedstrijden georganiseerd van 5, 10 en 25 kilometer, maar die vinden meestal plaats in kanalen of rustige rivieren. Een afstand van achttien kilometer door verraderlijk water wijkt af. Dat maakt het zo bijzonder.” De inschrijving voor de 35e Staatsolie Zwemmarathon is begin mei gestart en loopt door tot de eerste week van juni.