Zwerfhond moet van straat af
Belangrijker dan de opvang van zwerfhonden, is het voorkomen dat de viervoeters op straat belanden. Zo logisch als die stelling klinkt, zo moeizaam gaat de uitvoering ervan. Het levende bewijs zie je dagelijks over de wegen zwerven. Ze springen voor auto’s, happen naar fietsende benen en leiden bovenal een hondenleven. Sinds kort zetten enkelen zich in om maatregelen te nemen, wat de hond langzaamaan moet weren uit het alledaagse straatbeeld: het dierenasiel en de massasterilisatie.
“Als ik niet naar school moet, werk ik hier”, vertelt de achtjarige Lara trots. In haar heeft het dierenasiel een trouwe hulp gevonden. Zij en haar moeder maken deel uit van het vijftienkoppige vrijwilligersteam die helpen het geheel draaiende te houden. Beheerder Mariska Bemelmans is, samen met een assistent-beheerder en een schoonmaakster aangewezen op die steun. Het eerste en enige dierenasiel van Suriname ligt nu reeds een jaar in de Cultuurtuin. In 2005 werden de plannen ontworpen, begin 2009 was de officiële opening. Nu staan er drie gebouwen die je, ondanks hun felgele kleur, sneller op het gehoor dan op het zicht zal ontdekken.
Bemelmans: “Wij gaan niet zelf de honden van straat plukken, we nemen ze enkel aan na melding of als ze hier gedumpt worden. Dat laatste gebeurt helaas vaak genoeg. Ons opnamebeleid houdt ook rekening met de vraag. Het dier moet herplaatsbaar zijn en als het op voorhand al een kostenplaatje met zich meedraagt, is die kans miniem. We hanteren dus uitsluitingcriteria om zoveel mogelijk honden een reële kans te geven. Dieren met een gebrek moeten we meestal laten inslapen.”
Alarmsysteem
Er werden 26 hokken gebouwd rond twee grote rennen. De overdekte vertrekken zijn redelijk ruim, want de honden moeten er ook het grootste deel van de dag in doorbrengen. Alleen ’s morgens en ’s middags, tijdens het schoonmaken, kunnen ze in een ren hun poten strekken. De dieren zitten met meerdere in een hok, maar ze worden niet lukraak bij elkaar gedropt. “Het is altijd even zoeken welke honden elkaar in de haren vliegen en welke niet. Maar het lukt ons altijd wel om de geschikte combinaties te vinden”, zegt Bemelmans.
“Ik ben geen voorstander van een uitbreiding van het asiel want de doorstroming gaat nu net goed. Een verhoging van de capaciteit zal geen toename van de vraag teweegbrengen. Deze opvang is slechts een druppel op een hete plaat. Mensen staan nog te weinig stil bij het feit dat het bezit van een hond vroeg of laat kosten met zich meebrengt. We moeten dus eerst en vooral streven naar een mentaliteitsverandering.”
Honden hebben een functie te vervullen; ze waken over het erf en houden ongewenste bezoekers op afstand. Een gezelschapsdier kan je het meestal niet noemen. Als dat alarmsysteem niet goed blijkt te werken, worden ze onbruikbaar. Zo degraderen vele huisdieren tot straathond.
Operatietafel
Tegelijk met de opening van het dierenasiel is stichting Dierenbescherming Suriname een eerste inventarisatie van zwerfhonden gestart. Hiervoor kreeg een stagiaire de ongetwijfeld dankbare opdracht om, samen met een aantal vrijwilligers, alle straathonden te tellen, te noteren en naar leeftijd en geslacht in te delen. Na drie maanden leverde dat alleen al in Groot-Paramaribo, een totaal op van vijftienhonderd zwervers. Als je bedenkt dat het asiel een maximale capaciteit heeft van zestig honden, is de som snel gemaakt. Vooral omdat er nog geen rekening wordt gehouden met de dieren uit andere districten.
Aan de hand van die tellingen lanceerde de stichting vorig jaar, in samenwerking met het Nederlandse ‘Vrienden Dierenbescherming Suriname’, een ambitieus sterilisatieproject. Ze zochten de wijk op met de grootste hondenpopulatie en gingen daar als een bezetene te werk om zoveel mogelijk dieren te steriliseren. In 2009 beet men met Latour het spits af, in de tweede editie waren Livorno en Beekhuizen aan de beurt.
Piet Sons is één van de vier dierenartsen die eerder dit jaar aan het project meewerkten. Zeven assistenten en vijftien vrijwilligers stonden hen bij. “Een gemiddeld aantal van twintig honden per dag op de operatietafel, bracht het eindresultaat op 270”, laat Sons weten. Zo werd een derde van de totale populatie in de twee wijken aangepakt. In het komende jaar zal dat de geboorte van meer dan tweeduizend pups voorkomen.
“We zetten auto’s in om de dieren op te halen en naar het dierenasiel te vervoeren. Zij stellen drie ruimtes ter beschikking, omgebouwd tot een soort geïmproviseerde operatiezalen. Tijdens het vangen, merkten we dat negen van de tien zogenaamde zwerfhonden, een erf opvluchtten. Toen hebben we de eigenaren de mogelijkheid geboden om een vrijwillige bijdrage te betalen. Een sterilisatie kost normaal toch zo’n 240 srd. Als ze niet willen of kunnen betalen, wordt de hond in de meeste gevallen alsnog meegenomen. Wij zijn zelf afhankelijk van sponsoring uit Nederland en het duurde deze keer lang voordat de financiën rond waren. Daarom kunnen we nooit met zekerheid zeggen of we volgend jaar zullen terugkeren.
“De Surinaamse politie beloofde overigens bij de start van het project dat ze 3.825 srd zouden sponsoren en dat is nu, een jaar later, nog steeds niet gebeurd. Onze penningmeester probeert hen al sinds oktober te bereiken. Met dat geld kan je het hele asiel drie maanden van voedsel voorzien.”
Machocultuur
De meeste Zuid- en Midden-Amerikaanse landen kampen met hetzelfde probleem. Suriname is niet het eerste land dat een sterilisatiecampagne in het leven roept. Deze aanpak kende al internationale successen. Op de Nederlandse Antillen loopt reeds enkele jaren een grootschalig sterilisatieproject en in Venezuela dringen ze zo sinds 1996 de populatie terug.
“Wij halen alleen de teefjes op, niet vanwege een achterliggende machocultuur”, lacht Sons, “maar anders creëren we geen effect. Eén reu in een wijk kan nog naar hartenlust verschillende vrouwtjes dekken en voor je het weet zijn alle teefjes weer dragend of zogend. Vaak redden we met zo’n operatie het leven van het dier. Door de vele worpen die ze al achter de rug hebben, is hun baarmoeder zo ontstoken dat ik alles moet verwijderen.”